In La salle des merveilles (De wonderkamer) speelt Hubert van Liefland met het idee dat zijn expositie niet alleen een verzameling van beelden is, maar een ruimte van verwondering, schoonheid en ontdekking. La salle des merveilles is dan ook een directe verwijzing naar de 16e- en 17e-eeuwse verzamelingen waarin kunst, wetenschap en mysterie samensmolten.

Aan de basis van zijn expositie ligt ‘Un livre de rêves éphémères’ , Een boek van vergankelijke dromen. Van Liefland ziet dit als een voortdurend veranderend fotoboek waarin beelden komen en gaan en past op deze manier de tijdelijkheid en subjectiviteit van herinneringen en dromen op zijn werk toe. Als je de tijdlijn van zijn werk beschouwd valt dan ook de vergankelijkheid op (Éphémères betekent (vergankelijk) – en Van Liefland benadrukt daarmee dat in dit leven niets vaststaat. In die zin wordt fotografie hier niet gezien als een permanente registratie, maar als een fluïde proces.

Van Liefland speelt met historische en kunsthistorische referenties, met een nadruk op tijdelijkheid, vergankelijkheid en de dialoog tussen verleden en heden. De werken in de expositie zijn geïnspireerd door oude meesters, barokportretten en de traditie van de wonderkamer waarin kunst en curiosa samensmelten. Er is een gelaagdheid in de presentatie, met drieluiken, staatsieportretten en experimentele vormen waaraan Van Liefland voornemens is ook zogenaamde leporello’s (boekvorm die bestaat uit een lange strook papier die als een harmonica is gevouwen) te gaan toevoegen.

r
error: Op de inhoud rust copyrights